De jaren 50



De jaren 50

De fabricage van de poppen ontwikkelde zich gestaag. De papier maché pop werd populair.
Er kwamen poppen in verschillende afmetingen. Een serie staande poppen maar ook vanaf 1951 een grote babypop van 60 cm.
Het kleinste model is 30 cm en werd ook wel het kleutertje genoemd. Verder waren er verschillende modellen van 35 tot 40 cm en er is een grotere maat van 50 cm.

Er werden vertegenwoordigers in dienst genomen om langs de winkels te gaan om zo het verkoop gebied uit te kunnen breiden.
Hun eerste vervoermiddel was een bromfiets met achterop grote koffers. Er werd ook met de trein gereisd en later werden auto's aangeschaft.

Door geleidelijke procesverbetering werd het uiterlijk minder grof, de armpjes en handjes minder hoekig.

Ogen, wenkbrauwen en mondjes werden eerst met de hand geschilderd maar later met transfers opgeplakt en werden er met een spuitpistool blosjes op de wangen gespoten.

Langzamerhand kreeg de poppenfabriek een zodanige naam op de speelgoedmarkt dat het tijd werd om een echt merk te gaan voeren. Vanaf 1953 is de naam veranderd en zijn de papier maché poppen die uit 't Poppenrijk kwamen Wildebras gaan heten.
De naam was afgeleid deels door het voor die tijd 'onbreekbare' papier maché maar ook door zijn stevigheid en robuuste uitstraling. Wildebras omdat ze zelfs geschikt waren voor het wildste kind.

De slogan is door de jaren heen dan ook altijd geweest:

WILDEBRAS POPPEN STERKE POPPEN


Ook kwam er een nieuw merkje, een zwart leitje met een poppetje en de tekst Wildebras. Dit merkje is bedacht en gemaakt door de broers zelf en heeft dan ook hun handschrift. 

Dit merk werd als een transfer op de rug van de pop geplakt en het werd als label om de pols gedaan.
Het merken gebeurde alleen niet altijd even consequent, daardoor zijn er ook ongemerkte Wildebras papier-maché poppen.

In de jaren 50 bestond de poppencollectie uit een serie ongeklede poppen met gemodelleerd haar, sommige zeiden zelfs mama als je ze heen en weer bewoog. Daarnaast waren er luxere versies die aangekleed werden verkocht.
Deze poppen hadden meestal slaapogen en een pruikje van mohair.
Ze waren prachtig gekleed in satijn en tule-achtige jurkjes en soms met pijpekrullen. De kleertjes werden in eigen naai-atelier gemaakt.
Ze werden verkocht in kartonnen dozen voorzien van een daarop gelijmd ‘kanten’ randje.

Helaas konden de poppen niet in bad worden gedaan.
Papier-maché is niet waterbestendig tot groot verdriet van de poppenmoedertjes.

Van al deze modellen zijn er de uit nood ontstane bruine uitvoeringen. Deze donkere poppen kregen een rieten rokje aan gemaakt van raffia. Om een heel andere reden waren er ook mooie poppen in een lichtbruine kleur.
Deze Javaanse pop in gebatikte sarong stamt van begin jaren 50. Hiermee werd ingespeeld op de komst van immigranten uit Nederlands-Indië.

Papier-maché bleef een erg bewerkelijk product, er werd gezocht naar nieuwe materialen.
Zo bracht de poppenfabriek ‘t Poppenrijk na veel experimenteren met allerlei kunststoffen in 1957 de eerste polyethyleen pop op de markt. De papier-maché Wildebraspop had haar taak volbracht.

Share by: